Wanneer u foto's maakt van hoge of brede objecten, kan de foto een perspectiefvervorming hebben. Hierdoor kan het lijken of de objecten leunen of gebogen zijn. Deze vervorming treedt op wanneer de camera niet recht op het onderwerp is gericht.
Door het gereedschap Perspectiefcorrectie te gebruiken, kunt u de perspectiefvervorming van bijvoorbeeld de zijden van een gebouw corrigeren. U kunt het fotografisch perspectief ook in een hele laag verbeteren met het selectiegereedschap.

Met het gereedschap Perspectiefcorrectie verandert u de hoek van het gebouw.
Werkvlak Bewerken
|
• |
Rasterlijnen — hiermee kunt u het aantal rasterlijnen dat u wilt weergeven instellen |
|
• |
Afbeelding bijsnijden — met deze optie snijdt u de afbeelding bij tot een rechthoek nadat de perspectiefverandering is toegepast |
|
Opmerking: Als u het selectievakje Afbeelding bijsnijden inschakelt, verwijdert u de delen van de afbeelding die buiten de bijsnijdrechthoek vallen. |

U kunt ook dubbelklikken op een afbeelding om de opdracht toe te passen.
U kunt het vak voor perspectiefcorrectie herstellen tot de oorspronkelijke rechthoek door op Annuleren
in het palet Gereedschapsopties te klikken.
Werkvlak Bewerken
|
2
|
Kies Beeld Raster om de rasterlijnen weer te geven. |
|
4
|
Houd Ctrl ingedrukt en sleep een hoekhendel op de geselecteerde laag. |

Als bepaalde afbeeldingsgegevens ten gevolge van de correctie buiten het afbeeldingsdoek vallen, kunt u deze gegevens herstellen door het doek te vergroten. Meer informatie over het wijzigen van de doekgrootte vindt u in Het formaat van het doek wijzigen
Copyright 2013 Corel Corporation. Alle rechten voorbehouden.