Aanpassingslagen zijn correctielagen waarmee de kleur of tint van onderliggende lagen wordt aangepast zonder de afbeeldingslagen zelf te wijzigen. U kunt aanpassingslagen toevoegen om diverse kleurcorrecties of combinaties van correcties te testen. U kunt aanpassingslagen verbergen, verwijderen of bewerken.
Een aanpassingslaag heeft invloed op alle lagen die zich eronder bevinden. Een aanpassingslaag in een lagengroep heeft alleen invloed op lagen binnen de groep die zich eronder bevinden. Als u een aanpassingslaag op een enkele laag wilt toepassen zonder dat dit van invloed is op de onderliggende lagen, maakt u een lagengroep met één laag en plaatst u de aanpassingslaag boven deze laag in de lagengroep. Zo wordt alleen de laag in de lagengroep beïnvloed.
Werkvlak Bewerken
|
2
|
Kies Nieuwe aanpassingslaag in de vervolgkeuzelijst op de werkbalk van het palet en selecteer een type aanpassingslaag. |

U kunt ook een aanpassingslaag toevoegen door Lagen
Nieuwe aanpassingslaag te kiezen.
U kunt de standaardwaarden ook herstellen door te dubbelklikken op de aanpassingslaag en vervolgens te klikken op de knop Standaardwaarden herstellen
in het dialoogvenster Eigenschappen.
Werkvlak Bewerken
| • |
Kies Lagen Overlay weergeven. |

U kunt de overlay van de aanpassingslaag ook verbergen of weergeven door te klikken op de knop Masker overlay in-/uitschakelen
in het palet Lagen.
Werkvlak Bewerken
|
3
|
Klik op het tabblad Algemeen om de algemene laageigenschappen zoals de laagnaam, mengmodus en dekking te wijzigen. |

U kunt het dialoogvenster Eigenschappen laag ook openen door Lagen
Eigenschappen te kiezen.
Copyright 2013 Corel Corporation. Alle rechten voorbehouden.