Afbeeldingen bijsnijden

U kunt ongewenste delen van een afbeelding verwijderen om composities te verbeteren of om de aandacht op een ander deel van de afbeelding te vestigen. Corel PaintShop Pro bevat voorinstellingen waarmee u gemakkelijker kunt bijsnijden tot de veelvoorkomende afbeeldingsformaten, zoals 4 × 6 inches of 10 × 15 centimeter.

Wanneer u een afbeelding bijsnijdt, kost het opslaan van de afbeelding minder schijfruimte. Ook kunt u door bij te snijden de kleurcorrecties verbeteren door onbelangrijke kleurgebieden te verwijderen. Als u een foto wilt bijsnijden en kleurcorrecties wilt aanbrengen, kunt u het beste eerst de foto bijsnijden en vervolgens de kleurcorrecties aanbrengen.

Voordat u een afbeelding afdrukt, kunt u deze bijsnijden tot een specifieke afdrukgrootte. U kunt ook een selectie maken en vervolgens de afbeelding bijsnijden op de selectieranden. Verder kunt u een nieuwe afbeelding maken vanuit het bijgesneden gebied.

U kunt de rechthoek om bij te snijden ook roteren en buiten de grenzen van de afbeelding uitrekken. In het laatste geval zullen de afmetingen van de afbeelding worden aangepast door het bijsnijden, zodat de hele nieuwe afbeelding binnen de nieuwe vorm past.

U kunt een afbeelding bijsnijden op basis van de dekkende (niet-transparante) gebieden. Het op deze manier bijsnijden is nuttig wanneer u transparante gebieden aan de randen van de afbeelding wilt verwijderen. U kunt een afbeelding ook bijsnijden tot het dekkende gebied van één laag of van de hele afbeelding.

Belangrijk! Wanneer u een afbeelding bijsnijdt, wordt het gedeelte van de afbeelding dat buiten de bijsnijdrechthoek valt, voorgoed verwijderd. Sla de bijgesneden versie van de afbeelding onder een nieuwe bestandsnaam op met de opdracht Opslaan als wanneer u de originele foto wilt behouden.

Afbeeldingen bijsnijden

Back to Top

Werkvlak Bewerken

1
 
Kies het gereedschap Bijsnijden op de werkbalk Gereedschappen.
De bijsnijdrechthoek verschijnt standaard op de afbeelding, terwijl het gebied buiten de bijsnijdrechthoek wordt gearceerd.
2
 
Pas de grootte van het bijsnijdgebied aan door de hendels of randen te verslepen. U kunt de bijsnijdrechthoek verplaatsen door de cursor er binnenin te plaatsen en te slepen.
U kunt een vooringestelde bijsnijdgrootte instellen in de vervolgkeuzelijst Voorinstellingen op de zwevende werkbalk voor het gereedschap Bijsnijden, of uit de vervolgkeuzelijst op het palet Gereedschapsopties.
3
 
Wanneer u klaar bent met het bijsnijden van de afbeelding, klikt u op de knop Toepassen op het palet Gereedschapsopties of op de zwevende werkbalk voor het gereedschap Bijsnijden.

U kunt ook
 
Bijsnijden met de muis of het toetsenbord
Dubbelklik binnen de bijsnijdrechthoek of druk op Enter.
De grootte van de bijsnijdrechthoek instellen op het palet Gereedschapsopties
Bepaal de waarden voor de besturingselementen Breedte, Hoogte en Eenheden.
Het bijsnijdgebied inperken tot de huidige  verhoudingen
Schakel het selectievakje Hoogte-breedteverhouding behouden op het palet Gereedschapsopties in. Deze optie is alleen beschikbaar bij zelfgedefinieerde bijsnijdrechthoeken.
De bijsnijdrechthoek 90  graden roteren
Klik op de knop Bijsnijdrechthoek roteren op de zwevende werkbalk.
De bijsnijdrechthoek vrij roteren
Sleep het vierkante einde van de rotatiehendel. Deze functie kan nuttig zijn wanneer u bijvoorbeeld een scheef gescande foto wilt rechtzetten en vervolgens bijsnijden.
Het rotatie-aspunt van de bijsnijdrechthoek verplaatsen
Houd de Ctrl-toets ingedrukt en sleep vervolgens het aspunt van de rotatiehendel (het cirkelvormige uiteinde van de hendel) naar een nieuwe positie.
Het gebied aanpassen dat bij het bijsnijden wordt gearceerd
Kies Bestand Voorkeuren Algemene programmavoorkeuren, kies Transparantie en arcering uit de lijst en kies de gewenste instellingen voor Kleur en Dekking in het groepsvak Arcering.
De arceringsoptie uitschakelen
Kies Bestand Voorkeuren Algemene programmavoorkeuren, kies Transparantie en arcering uit de lijst en verwijder de markering van het selectievakje Bijsnijdarceringsgebied inschakelen in het groepsvak Arcering.
De zwevende werkbalk voor het gereedschap Bijsnijden uitschakelen
Kies Bestand Voorkeuren Algemene programmavoorkeuren, kies Transparantie en arcering uit de lijst en verwijder de markering van het selectievakje Zwevende werkbalk voor bijsnijden inschakelen in het groepsvak Arcering.
De bijsnijdrechthoek niet tonen wanneer het gereedschap is geselecteerd
Kies Bestand Voorkeuren Algemene programmavoorkeuren, kies Transparantie en arcering uit de lijst en verwijder de markering van het selectievakje Bijsnijdrechthoek automatisch weergeven in het groepsvak Arcering.
Het bijsnijdgebied wissen
Klik op de knop Wissen op de zwevende werkbalk van het gereedschap Bijsnijden.

Tip
Na het bijsnijden van de afbeelding merkt u mogelijk dat de waarden voor Breedte en Hoogte op het palet Gereedschapsopties zijn ingesteld op 0,100. Deze instellingen hebben geen betrekking op de grootte van de bijgesneden afbeelding. Om de afmetingen van de afbeelding na het bijsnijden te zien, kiest u Afbeelding Afbeeldingsgegevens.
Zonodig kunt u de geroteerde bijsnijdrechthoek tot buiten de grenzen van de afbeelding uitrekken. Het gebied buiten de originele afbeelding wordt transparant of wordt ingevuld met de achtergrond, afhankelijk van de laag waar u op werkt.

Een afbeelding bijsnijden voor afdrukken

Back to Top

Werkvlak Bewerken

1
 
Kies het gereedschap Bijsnijden op de werkbalk Gereedschappen.
2
 
Definieer het bijsnijdgebied door binnen de afbeelding te slepen.
3
 
Markeer het selectievakje Afdrukgrootte specificeren op het palet Gereedschapsopties.
Wanneer het selectievakje Afdrukgrootte specificeren gemarkeerd is, wordt de resolutie van de afbeelding gewijzigd als u de waarden voor Hoogte en Breedte wijzigt. De huidige resolutie staat rechts van de vervolgkeuzelijst Eenheden.
4
 
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Eenheden de optie Inches of Centimeters.
De optie Pixels is niet beschikbaar voor deze bijsnijdmethode.
5
 
Voer of stel positiewaarden in voor Boven, Onder, Links en Rechts.
6
 
Voer of stel de afmetingswaarden in voor de besturingselementen Hoogte en Breedte.
Het uiteindelijke bijsnijdgebied heeft de opgegeven grootte en de resolutie van de afbeelding is voor zover nodig verlaagd of verhoogd.
7
 
Klik op de knop Toepassen op het palet Gereedschapsopties of op de zwevende werkbalk voor het gereedschap Bijsnijden.

In een afbeelding tot een selectie bijsnijden

Back to Top

Werkvlak Bewerken

1
 
Maak een selectie in de afbeelding.
2
 
Kies Afbeelding Bijsnijden tot selectie.
Tip
De selectie kan elke gewenste vorm hebben. Corel PaintShop Pro plaatst een bijsnijdrechthoek rondom onregelmatig gevormde objecten.
Als u bijsnijdt tot een gedoezelde selectie, wordt het gedoezelde gebied van de selectie gevuld met de huidige achtergrondkleur.
Tip
U kunt ook tot een selectie bijsnijden door het gereedschap Bijsnijden te kiezen en op Huidige selectie te klikken in het groepsvak Bijsnijdrechthoek uitlijnen op op het palet Gereedschapsopties. Pas de grootte van het bijsnijdgebied aan en klik op Toepassen .

Tot een dekkend gebied in een laag of een afbeelding bijsnijden

Back to Top

Werkvlak Bewerken

1
 
Klik op het gereedschap Bijsnijden .
2
 
Selecteer op het palet Gereedschapsopties een van de volgende opties in het groepsvak Bijsnijdrechthoek bijsnijden op:
Laag dekkend — selecteert dekkende gebieden in de huidige laag
Samengevoegd dekkend — selecteert dekkende gebieden in alle lagen
3
 
Pas het bijsnijdgebied aan.
4
 
Klik op de knop Toepassen op het palet Gereedschapsopties of op de zwevende werkbalk voor het gereedschap Bijsnijden.
Tip
Indien een laag een effen (niet-transparante) achtergrond heeft, wordt de gehele laag of afbeelding als bijsnijdgebied geselecteerd.
Als het dekkende gebied niet rechthoekig van vorm is, blijven er na het bijsnijden mogelijk transparante gebieden over.

Een nieuwe afbeelding maken door bij te snijden

Back to Top

Werkvlak Bewerken

1
 
Kies het gereedschap Bijsnijden op de werkbalk Gereedschappen.
2
 
Definieer het bijsnijdgebied door binnen de afbeelding te slepen.
3
 
Klik op de knop Bijsnijden als nieuwe afbeelding op het palet Gereedschapsopties op de zwevende werkbalk voor het gereedschap Bijsnijden.
Er wordt een nieuwe afbeelding gemaakt, maar de bijgesneden afbeelding blijft onveranderd en blijft de actieve afbeelding.
Tip
Deze functie is handig om afzonderlijke afbeeldingen te maken van een scan met meerdere afbeeldingen. Als u bijvoorbeeld vier foto's in één scansessie scant, kunt u deze functie gebruiken om snel iedere foto in een afzonderlijk afbeeldingsbestand onder te brengen.

Feedback
Was deze pagina nuttig? Verzend feedback. (Internetverbinding vereist.)

Copyright 2011 Corel Corporation. Alle rechten voorbehouden.