Anti-aliasing met selecties gebruiken
Met anti-aliasing ontstaat een selectie met vloeiende randen door de rand gedeeltelijk met pixels te vullen, waardoor ze semi-transparant worden. U kunt anti-aliasing toepassen op selecties terwijl u deze maakt. Zie Selecties maken voor meer informatie over het maken van selecties.
Nadat u een selectie hebt gemaakt, kunt u anti-aliasing toepassen op basis van de vorm van de selectie. U kunt de oorspronkelijke anti-aliasing herstellen van een object dat in een afbeelding is geplakt. Het herstellen van anti-aliasing is handig als u de selectie zonder anti-aliasing hebt gemaakt en nu de randen van de selectie vloeiend wilt maken.
| Anti-aliasing toepassen op basis van een vorm |
Werkvlak Bewerken
1 |
Kies Selecties |
Het dialoogvenster Op vorm gebaseerde anti-alias wordt weergegeven. |
2 |
Kies voor een van de volgende opties:
|
• |
Binnen — anti-aliasing toepassen op de binnenkant van het
selectiekader.
|
• |
Buiten — anti-aliasing toepassen op de buitenkant van het
selectiekader.
|
3 |
Klik op OK.
|
Op de selectieranden wordt nu anti-aliasing toegepast. |
| Anti-aliasing herstellen |
Werkvlak Bewerken
1 |
Kies Selecties |
Het dialoogvenster Anti-alias herstellen wordt weergegeven, waarin de selectie met anti-aliasing te zien is in het voorbeeldvenster Na. |
2 |
Kies voor een van de volgende opties:
|
• |
Binnen — anti-aliasing toepassen binnen het selectiekader.
|
• |
Buiten — anti-aliasing toepassen buiten het selectiekader.
|
3 |
Klik op OK.
|
Als u anti-aliasing wilt toepassen op alle lagen in de selectie,
schakelt u het selectievakje Alle lagen gebruiken in.
|
Als u anti-aliasing wilt toepassen en het resultaat wilt kopiëren
naar een nieuwe laag, schakelt u het selectievakje Resultaat op
nieuwe laag in.
|