Afbeeldingen maken

Er zijn twee soorten computergraphics: raster en vector. Met Corel PaintShop Pro kunt u beide soorten afbeelding maken. U kunt ook een afbeelding maken met raster- en vectorlagen. Zie "Afbeeldingen maken" in de helpbestanden voor meer informatie. Het is belangrijk om het verschil tussen deze twee gegevenstypen te begrijpen, voordat u er mee gaat werken.

Rastergraphics

Rasterafbeeldingen bestaan uit individuele elementen, pixels genaamd, die in een raster zijn gerangschikt. Elke pixel heeft een specifieke locatie en kleur. Als u rastergegevens vergroot, zijn de afzonderlijke pixels zichtbaar als gekleurde vierkantjes. Rasterafbeeldingen bevatten een vast aantal pixels. Wanneer u dus de afbeelding vergroot, vergroot u de weergavegrootte van de pixels. Hierdoor kunnen rasterafbeeldingen soms rafelige randen vertonen in plaats van vloeiende randen wanneer ze op het scherm worden vergroot of aanzienlijk vergroot worden afgedrukt.

Een object in een rasterafbeelding wordt door de pixels gedefinieerd. Zo bestaat de voordeur in een afbeelding van een huis uit een mozaïek van pixels op bepaalde plaatsen in de afbeelding. In bitmapafbeeldingen bewerkt u pixels in plaats van objecten of vormen.

Rasterafbeeldingen kunnen subtiele veranderingen in toon en kleur weergeven, zodat ze meestal gebruikt worden voor afbeeldingen zoals foto's en digitaal artwork.

Vectorgraphics

Bij vectorgraphics worden geometrische kenmerken (lijnen, curven en de betreffende locaties) gebruikt om objecten te definiëren. Zo bestaat een deur in een graphic van een huis uit een rechthoek met een bepaalde breedte en hoogte die op een specifieke locatie is geplaatst en met een bepaalde kleur is gevuld. In vectorafbeeldingen bewerkt u objecten in plaats van pixels.

Vectorgraphics verliezen niet aan duidelijkheid of detail wanneer ze worden geschaald of afgedrukt, ongeacht de wijziging van het formaat of de resolutie. Daarom zijn vectorgraphics geschikt voor technische illustraties of bedrijfslogo's.

Kiezen voor raster- of vectorgegevens

Met Corel PaintShop Pro kunt u raster- en vectorgegevens op aparte lagen maken en bewerken. Met sommige gereedschappen kunt u rastergegevens maken (zoals penseelstreken met het Verfgereedschap) en met andere (zoals Tekst en Basisvormen) kunt u kiezen of u raster- of vectorgegevens wilt maken.

In het algemeen kunt u het beste vectorobjecten gebruiken als u het object als een apart element los van andere delen van de afbeelding moet bewerken. Als u bijvoorbeeld een ster aan een afbeelding toevoegt, kan het zijn dat u de grootte, kleur of locatie ervan wilt wijzigen. U kunt deze wijzigingen makkelijker aanbrengen als de ster een vectorobject is. U kunt rastergegevens maken op aparte lagen, die eenvoudig kunnen worden bewerkt of verplaatst.

Wilt u gereedschappen of opdrachten die alleen op rastergegevens werken (zoals de verfgereedschappen of de opdrachten onder Effecten) op vectorobjecten toepassen, dan kunt u een rasterselectie van een vectorobject maken en de selectie in een nieuwe rasterlaag plakken.

Afbeeldingsgrootte, resolutie en kleurdiepte

Voordat u een nieuwe afbeelding maakt, moet u bedenken hoe u deze wilt gebruiken. Wilt u de afbeelding bijvoorbeeld op een website weergeven, als een e-mailbijlage versturen of afdrukken? Aan de hand hiervan bepaalt u de grootte, resolutie en kleurdiepte.

De afbeeldingsgrootte wordt aangegeven door de fysieke afmetingen van de afbeelding. Wanneer u een nieuwe afbeelding maakt of het formaat van een bestaande afbeelding wijzigt met Corel PaintShop Pro, kunt u de hoogte en breedte van de afbeelding in pixels, inches, centimeters of millimeters opgeven.

Hier volgen wat richtlijnen voor de keuze van een maateenheid:

*

Als u van plan bent de afbeeldingen af te drukken, gebruik dan inches of centimeters. Wanneer u uitgaat van de definitieve afmetingen van de afbeelding, kunt u een afbeelding maken die op de pagina past.

*

Als u van plan bent de afbeeldingen te importeren naar een andere toepassing (bijvoorbeeld een toepassing voor tekstverwerking) en waarvan u vervolgens het formaat wilt wijzigen en een afdruk wilt maken, kunt u alle opties gebruiken.

*

Als u van plan bent de afbeeldingen op het scherm weer te geven, gebruik dan pixels.

Nadat u een afbeelding hebt gemaakt, kunt u het formaat ervan nog wijzigen, maar dit kan tot verlies van afbeeldingsgegevens leiden. Zie Afbeeldingen retoucheren en herstellen voor meer informatie over het wijzigen van het afbeeldingsformaat.

De afbeeldingsresolutie wordt gemeten in aantal pixels per inch (ppi) of pixels per centimeter. Een lage resolutie kan leiden tot pixelachtige afbeeldingen, een probleem waarbij grote pixels een grove uitvoer opleveren. Een hoge resolutie vergt meer geheugen voor een afbeelding zonder dat dit een proportionele toename van de kwaliteit betekent.

De kleurdiepte wordt gemeten in het aantal kleuren dat een pixel kan weergeven. De kleurinformatie van elke pixel wordt opgeslagen in bits (tussen de 1 en 48 bits). In een 1-bits afbeelding kan elke pixel slechts een van twee kleuren weergeven (zwart of wit). In een 24-bits afbeelding kan elke pixel 1 van 16 miljoen kleuren weergeven. Afbeeldingen met een kleurdiepte van 16 miljoen kleuren zien er goed uit, maar vereisen tevens meer geheugenruimte voor opslag en bewerking. Aangezien niet alle computermonitors 16 miljoen kleuren kunnen weergeven, wordt bij sommige bestandsindelingen het aantal ondersteunde kleuren beperkt. Afbeeldingen in GIF-indeling, een populaire indeling voor internetpagina's, bevatten bijvoorbeeld maximaal 256 kleuren (8-bits kleurdiepte).

Veel van de opdrachten in Corel PaintShop Pro voor het toepassen van effecten en het corrigeren van afbeeldingen werken alleen op afbeeldingen met 16 miljoen kleuren. Daarom is het raadzaam om de meeste afbeeldingen met 16 miljoen kleuren te maken. Wanneer u klaar bent met een afbeelding, kunt u de kleurdiepte verminderen en de afbeelding in een andere indeling opslaan.

U kunt een afbeelding maken met de opdracht Nieuw in het menu Bestand of door aspecten van een bestaande afbeelding te kopiëren. Als u een bestaande afbeelding als bron voor uw nieuwe afbeelding gebruikt, kunt u de hele afbeelding of een afzonderlijke laag kopiëren. U kunt ook een afbeelding maken van grafische gegevens die uit Corel PaintShop Pro naar het Klembord zijn gekopieerd.

Wanneer u een nieuwe afbeelding in Corel PaintShop Pro maakt, kunt u de afmetingen, de resolutie en het type opgeven. De beschikbare opties zijn afhankelijk van het type graphic dat u wilt maken. Bent u er niet zeker van welk type graphic u voor dit project nodig hebt of welke instellingen u moet kiezen, lees dan de informatie in de volgende procedure. Zie Verven en tekenen met de gereedschappen Tekenmateriaal voor meer informatie over het maken van kunstzinnige graphics.

Een afbeelding maken

Werkvlak Bewerken 

1

Kies Bestand * Nieuw.

Het dialoogvenster Nieuwe afbeelding wordt weergegeven.

2

Typ of stel waarden in voor de volgende bedieningselementen in het groepsvak Afmetingen afbeelding.

*

Eenheden — bepaalt de maateenheid.

*

Breedte — bepaalt de breedte van de nieuwe afbeelding.

*

Hoogte — bepaalt de hoogte van de nieuwe afbeelding.

*

Resolutie — bepaalt het aantal pixels in de gekozen maateenheid.

Als u de vooringestelde afmetingen wilt gebruiken, kiest u een optie in de vervolgkeuzelijst Voorinstelling laden.

3

Kies een van de volgende opties in het groepsvak Afbeeldingskenmerken:

*

Rasterachtergrond — geschikt voor de meeste graphics en verftoepassingen.

*

Vectorachtergrond — geschikt voor vectorgraphics.

*

Achtergrond tekenmateriaal — hier kiest u de gereedschappen van Tekenmateriaal.

4

Kies een optie in de vervolgkeuzelijst Kleurdiepte.

Als u de optie Rasterachtergrond hebt gekozen, kunt u een achtergrondkleur voor de afbeelding opgeven door op het kleurvak te klikken en een kleur te kiezen op het palet Eigenschappen van materiaal. Schakel het selectievakje Transparant in voor een transparante achtergrond (alleen voor 8-bits of 16-bits afbeeldingen).

Als u de optie Achtergrond tekenmateriaal hebt gekozen, kunt u de textuur van het doek kiezen in de vervolgkeuzelijst Selecteer de textuur van het doek. Als u een kleur voor het doek wilt kiezen, schakelt u het selectievakje Vulkleur inschakelen in, klikt u op het kleurvak en kiest u een kleur in het dialoogvenster Kleur.

5

Klik op OK.

*

In het veld Vereist geheugen staat de benodigde hoeveelheid geheugen voor de afbeelding. Het beschikbare geheugen op de computer moet minstens twee tot drie keer de waarde zijn die wordt weergegeven in het veld Vereist geheugen. U kunt het vereiste geheugen reduceren door de resolutie of de afmetingen van de afbeelding te verminderen.

Zie Het palet Materialen gebruiken voor meer informatie over het kiezen van kleuren of materialen.

Een afbeelding dupliceren

Werkvlak Bewerken 

1

Open de afbeelding die u wilt dupliceren.

2

Kies Venster * Dupliceren.

Er wordt nu een nieuw venster geopend met een kopie van de afbeelding in het werkvlak.

Een afbeelding van een laag maken

Werkvlak Bewerken 

1

Klik op het palet Lagen op de laag die u wilt kopiëren.

2

Kies Bewerken en klik op een van de volgende opties:

*

Kopiëren

*

Knippen

De huidige laag wordt op het Klembord geplaatst.

3

Kies Bewerken * Plakken als nieuwe afbeelding.

Er wordt een nieuw venster met de laag weergegeven in het werkvlak.

Een nieuwe afbeelding van een gelaagde afbeelding maken

Werkvlak Bewerken 

1

Klik op het palet Lagen op de laag die u wilt kopiëren.

2

Kies Bewerken * Kopiëren speciaal * Samengevoegd kopiëren.

Alle lagen worden naar het Klembord gekopieerd.

3

Kies Bewerken * Plakken als nieuwe afbeelding.

Er verschijnt een nieuw afbeeldingsvenster in het werkvlak. De nieuwe afbeelding bevat alle lagen die tot één rasterlaag zijn samengevoegd.

Een afbeelding maken van de inhoud van het Klembord

Werkvlak Bewerken 

1

Kopieer een selectie of laag van een afbeelding, of een item uit een ander programma.

2

Kies Bewerken * Plakken als nieuwe afbeelding.

De gegevens van het Klembord worden als een nieuwe afbeelding geplakt.

*

Als de opdracht Plakken als nieuwe afbeelding grijs wordt weergegeven, kunnen de gegevens die u naar het Klembord hebt gekopieerd niet worden geplakt als een Corel PaintShop Pro-afbeelding.

Er kan nu een dialoogvenster verschijnen waarin u om extra informatie wordt gevraagd, zoals de breedte en hoogte van het nieuwe afbeeldingsvenster. U kunt uw voorkeuren veranderen zodat Corel PaintShop Pro u niet om grootte en opties vraagt wanneer u gegevens plakt. Zie Voorkeuren voor bestandsindelingen instellen voor meer informatie over het instellen van voorkeuren voor bestandsindelingen.


Feedback
Was deze pagina nuttig? Verzend feedback. (Internetverbinding vereist.)

Copyright 2012 Corel Corporation. Alle rechten voorbehouden. Juridische kennisgeving.