Het werkvlak van Corel PaintShop Pro bestaat uit paletten, werkbalken en geopende afbeeldingen. U zult merken dat de indeling van het werkvlak voor het bewerken van foto's anders is dan wanneer u de webgereedschappen gebruikt. Met Corel PaintShop Pro kunt u zoveel werkvlakken als nodig opslaan en gebruiken.
Belangrijk! Werkvlakbestanden bevatten geen feitelijke kopie van geopende afbeeldingen. Ze verwijzen alleen naar de naam en locatie van een afbeelding. Als u een afbeelding van uw computer verwijdert, wordt deze niet in een werkvlak weergegeven.
Aangepaste werkvlakken opslaan
Wanneer u een werkvlak opslaat in Corel PaintShop Pro, wordt de informatie opgeslagen in een PsPWorkspace-bestand. De volgende informatie wordt bewaard:
U kunt een aangepast werkvlak laden. De posities van gereedschappen, menu's en paletten wijzigen al naar gelang het werkvlak dat u laadt.
Als u twee vensters geopend had voor dezelfde afbeelding toen u het werkvlak opsloeg, dan worden beide vensters weer geopend. Als een afbeelding van het werkvlak al is geopend in Corel PaintShop Pro, worden de werkvlakinstellingen toegepast op de geopende afbeelding.
Opgeslagen werkvlakken verwijderen
Als u een werkvlak niet langer wilt gebruiken, kunt u het verwijderen.
|
1 |
Kies Bestand |
Het dialoogvenster Werkvlak opslaan wordt geopend.
|
2 |
Typ in het veld Naam nieuw werkvlak een naam voor het nieuwe werkvlak. |
|
3 |
Klik op Opslaan. |
Als uw werkvlak gewijzigde afbeeldingen bevat die u niet hebt opgeslagen, wordt u gevraagd de wijzigingen op te slaan. Klik op Ja om de wijzigingen aan de afbeelding en het werkvlak op te slaan. Klik op Nee als u het werkvlak wel wilt opslaan, maar de wijzigingen aan de afbeelding niet. Klik op Annuleren als u het opslaan van het werkvlak en de wijzigingen aan de afbeelding wilt annuleren.
U kunt het dialoogvenster Werkvlak opslaan openen door op Shift + Alt + S te drukken.
U kunt het werkvlak in een andere map dan de standaardmap van het programma opslaan door in het dialoogvenster Werkvlak opslaan te klikken op Bestandslocaties. Meer informatie over het bewerken van paden vindt u in Bestandslocaties instellen.
|
1 |
Kies Bestand |
Het dialoogvenster Werkvlak laden wordt geopend.
|
|
Ja — slaat het huidige werkvlak op voordat er een ander werkvlak worden geladen |
|
|
Nee — slaat het huidige werkvlak niet op voordat er een ander werkvlak worden geladen |
|
4 |
Klik op Laden. |
U kunt het dialoogvenster Werkvlak laden openen door op Shift + Alt + L te drukken.
U kunt het werkvlak laden uit een andere map dan de standaardmap van het programma door in het dialoogvenster Werkvlak laden op de knop Bestandslocaties te klikken. Meer informatie over het bewerken van paden vindt u in Bestandslocaties instellen.
U kunt ook een recent gebruikt werkvlak laden door het werkvlak te selecteren in de lijst met recente werkvlakken, dat te vinden is onderaan in het menu Bestand
Werkvlak.
|
1 |
Kies Bestand |
Het dialoogvenster Werkvlak verwijderen wordt geopend.
|
3 |
Klik op Nieuwe persoon. |
U kunt het dialoogvenster Werkvlak verwijderen openen door op Shift + Alt + D te drukken.
Copyright 2012 Corel Corporation. Alle rechten voorbehouden. Juridische kennisgeving.