Zie Verlopen bewerken en Verlopen exporteren en importeren voor meer informatie over het bewerken, maken en delen van verlopen.
Belangrijk! Verlopen zijn alleen beschikbaar voor grijswaardenafbeeldingen en afbeeldingen met 16 miljoen kleuren. Zie De kleurdiepte van een afbeelding uitbreiden voor meer informatie over het verhogen van de kleurdiepte van een afbeelding.
| Het huidige verloop toepassen |
|
| • | Klik in het palet Materialen op de knop Verloop |
| Het laatst gekozen verloop wordt actief. |
| Een verloop kiezen |
|
| 1 | Voer een van de volgende handelingen uit in het palet Materialen: |
| • | Klik op Eigenschappen van voorgrond en streek om een voorgrondverloop te kiezen. |
| • | Klik op Eigenschappen van achtergrond en vulling om een achtergrondverloop te kiezen. |
| Het dialoogvenster Eigenschappen van materiaal wordt geopend. |
| 2 | Klik op het tabblad Verloop. |
| 3 | Klik op de vervolgkeuzelijst Verloop om miniatuurweergaven van de beschikbare verlopen weer te geven. |
| Indien nodig, kiest u de verloopcategorie in de vervolgkeuzelijst Categorie waarin de gewenste verlopen staan. |
| 4 | Klik op een miniatuurweergave van een verloop. |
| De vervolgkeuzelijst wordt gesloten en de naam van het verloop wordt nu erboven weergegeven. |
| 5 | Kies een of meer van de volgende opties: |
| • | Stijl — hier kunt u een lineair |
| • | Hoek — bepaalt de hoek of richting van het verloop, van 0 tot en met 359 graden. Deze functie is alleen van toepassing op lineaire, rechthoekige en radiale verlopen. |
| • | Herhalingen — bepaalt het aantal keren (minimaal 0, maximaal 999) dat het verlooppatroon moet worden herhaald. |
| • | Omkeren — keert de kleuren van het verloop om |
| • | Middelpunt — bepaalt de horizontale en verticale coördinaten van het punt waarvandaan het verloop uitstraalt of zich verspreidt. De afstand wordt gemeten als percentage van de breedte van het vulvlak. U kunt het middelpunt wijzigen om vullingen te maken in cirkels of andere vormen waarin het midden van het verloop niet samenvalt met het midden van het object. Deze optie is alleen van toepassing op rechthoekige, zonnestraal- en radiale verlopen. |
| • | Brandpunt — bepaalt de horizontale en verticale coördinaten van het punt waarop de voorgrondkleur van het verloop begint. De afstand wordt gemeten als percentage van de breedte van het vulvlak. U kunt het brandpunt wijzigen om vullingen te maken in cirkels of andere vormen waarin de effectieve lichtbron zich niet in het midden van het object bevindt. Deze optie is alleen van toepassing op rechthoekige verlopen en zonnestraalverlopen en is alleen beschikbaar als het selectievakje Middel- en brandpunten koppelen is uitgeschakeld. |
| • | Middel- en brandpunten koppelen — kent identieke waarden toe aan het middelpunt en het brandpunt. Verwijder de markering van het selectievakje om het brandpunt onafhankelijk van het middelpunt te bewerken. Deze functie is alleen van toepassing op rechthoekige verlopen en zonnestraalverlopen. |
| 6 | Klik op OK. |
|
Klik op Bewerken om het dialoogvenster Verloopbewerker te openen. Zie Verlopen bewerken voor meer informatie over het bewerken van verlopen.
|
|
|
Klik op Aan staaltjes toevoegen, voer een naam in en druk op Enter.
|
|
|
Markeer op het palet Materialen het selectievakje Alle gereedschappen. Als u dit selectievakje uitschakelt, worden de huidige materialen alleen op het actieve gereedschap toegepast.
|
U kunt het middelpunt ook verplaatsen door de wijzer of het dradenkruis in de vervolgkeuzelijst Verloop te verslepen. Als u het selectievakje Middel- en brandpunten koppelen uitschakelt, kunt u het brandpunt verplaatsen door het dradenkruis op het verloop te verslepen.
| Een bewerkt verloop opslaan |
|
| 1 | Klik in de Verloopbewerker op Opslaan als. |
| Het dialoogvenster Verloop opslaan als wordt geopend. |
| 2 | Voer een unieke naam voor het verloop in en klik op OK. |
| Wanneer u gevraagd wordt om te bevestigen dat u het verloop wilt opslaan, kiest u Ja. |
| Een verloop maken |
|
| 1 | Klik in de Verloopbewerker op Nieuw. |
| Het dialoogvenster Nieuw verloop wordt geopend. |
| 2 | Voer een naam in voor het nieuwe verloop en klik op OK. |
Zie Verlopen gebruiken voor meer informatie over verlopen.
| De naam van een verloop wijzigen |
|
| 1 | Klik in de Verloopbewerker op Naam wijzigen. |
| Het dialoogvenster Verloopnaam wijzigen wordt geopend. |
| 2 | Voer de nieuwe naam in en klik op OK. |
| Een verloop verwijderen |
|
| 1 | Klik in de Verloopbewerker op Verwijderen. |
| 2 | Wanneer u wordt gevraagd om het verwijderen te bevestigen, klikt u op Ja. |
Copyright 2013 Corel Corporation. Alle rechten voorbehouden.