Lagen met foto's gebruiken

Wanneer u een digitale foto of een gescande afbeelding opent, verschijnt de afbeelding op de achtergrondlaag. Voor de meeste fotografische verbeteringen (bijvoorbeeld bijsnijden, kleurcorrectie en retoucheren) hoeft u geen aanvullende lagen toe te voegen. Door lagen toe te voegen terwijl u werkt, kunt u echter aantrekkelijke effecten maken en eenvoudiger correcties aanbrengen. In de volgende tabel vindt u enkele voorbeelden.

 

Maak een duplicaat van de achtergrondlaag door Lagen Dupliceren te kiezen. Als u wilt werken op de duplicaatlaag, maakt u deze actief door erop te klikken in het palet Lagen.
Gebruik een Tekenmateriaalgereedschap uit de werkbalk Gereedschappen en schakel het selectievakje Overtrekken in het palet Opties voor Gereedschap in. Hiermee maakt u automatisch een tekenmateriaallaag. Gebruik de tekenmateriaalpenselen om impressionistische effecten te maken.
Open de foto's die u wilt combineren en bepaal welke afbeelding u als de basisafbeelding wilt gebruiken. Kopieer de andere afbeeldingen naar de basisafbeelding door op een afbeelding te klikken en Bewerken  Kopiëren te kiezen, op de basisafbeelding te klikken en Bewerken Plakken als nieuwe laag te kiezen. Plaats elke laag met het gereedschap Verplaatsen .
Maak een afbeelding met een doek dat groot genoeg is voor het panorama en kopieer elke foto op een aparte laag. Verminder de dekking van de ene laag zodat u hier doorheen kunt kijken en gebruikt het gereedschap Verplaatsen om de randen van de volgende laag erop aan te sluiten. Nadat u alle lagen de juiste plaats hebt gegeven, stelt u de dekking ervan weer in op 100 procent.

Feedback
Was deze pagina nuttig? Stuur feedback. (Internetverbinding vereist.)


Copyright 2013 Corel Corporation. Alle rechten voorbehouden.