Belangrijk! Patronen zijn alleen beschikbaar voor grijswaardenafbeeldingen en afbeeldingen met 16 miljoen kleuren. Zie De kleurdiepte van een afbeelding uitbreiden voor meer informatie over het verhogen van de kleurdiepte van een afbeelding.
Wat is het verschil tussen patronen en texturen?
Zie de Help voor meer informatie over patronen.
| Het huidige patroon toepassen |
|
| • | Klik in het palet Materialen op de knop Patroon |
| Het laatst gekozen patroon wordt actief. |
| Een patroon kiezen |
|
| 1 | Voer een van de volgende handelingen uit in het palet Materialen: |
| • | Klik op Eigenschappen van voorgrond en streek om een voorgrondpatroon te kiezen. |
| • | Klik op Eigenschappen van achtergrond en vulling om een achtergrondpatroon te kiezen. |
| Het dialoogvenster Eigenschappen van materiaal wordt geopend. |
| 2 | Klik op het tabblad Patroon. |
| 3 | Klik op de vervolgkeuzelijst Patroon om miniatuurweergaven van de beschikbare patronen weer te geven. |
| 4 | Kies een patroon. |
| De vervolgkeuzelijst wordt gesloten en de naam van het patroon wordt bovenaan weergegeven. |
| 5 | Pas de volgende opties aan: |
| • | Hoek — bepaalt de hoek (of richting) van het patroon, van 0 tot en met 359 graden. |
| • | Schaal — bepaalt de schaal (van 10 tot 250) van de ware grootte van de afbeelding. Bij lagere waarden wordt de afbeelding vaker in het patroon herhaald. Bij hogere waarden wordt de afbeelding mogelijk bijgesneden of kunnen detailverlies en wazigheid optreden. |
| 6 | Klik op OK. |
|
Klik op Aan staaltjes toevoegen, voer een naam in en druk op Enter.
|
|
|
Markeer op het palet Materialen het selectievakje Alle gereedschappen. Als u dit selectievakje uitschakelt, worden de huidige materialen alleen op het actieve gereedschap toegepast.
|
| De actieve afbeelding of een selectie als patroon gebruiken |
|
| 1 | Open de gewenste afbeelding. |
| 2 | Als u een deel van de afbeelding als patroon wilt gebruiken, maakt u een selectie in de afbeelding. |
| Het patroon wordt weergegeven in de vervolgkeuzelijst Patroon op het tabblad Patroon van het dialoogvenster Eigenschappen van materiaal. |
| Een afbeelding als patroon gebruiken |
|
| 1 | Maak een afbeelding in Corel PaintShop Pro of een andere toepassing. |
| 2 | Sla de afbeelding op in de map Patronen van de Corel PaintShop Pro-programmamap of in de map Mijn documenten/Corel PaintShop Pro/16.0/Patronen. |
| Het patroon wordt weergegeven in de vervolgkeuzelijst Patroon op het tabblad Patroon van het dialoogvenster Eigenschappen van materiaal. |
Wijzig de standaardlocatie van patroonbestanden door te klikken op de knop Bestandslocaties
in de vervolgkeuzelijst Patroon in het dialoogvenster Eigenschappen van materiaal. Zie Bestandslocaties instellen voor meer informatie over het instellen van bestandslocaties.
Copyright 2013 Corel Corporation. Alle rechten voorbehouden.