Foto's met het selectiegereedschap schalen en transformeren
Met het selectiegereedschap kunt u afbeeldingen op de volgende manieren interactief wijzigen:
• |
Wanneer u een afbeelding schaalt, wordt het formaat in horizontale
of verticale richting of proportioneel aangepast.
|
• |
Wanneer u een afbeelding verschuint, wordt deze in verticale of
horizontale richting scheefgetrokken.
|
• |
Wanneer u een afbeelding vervormt, wordt deze uitgerekt of
ingekrompen.
|
• |
Perspectiefverandering corrigeert het perspectief of past een vals
perspectief toe op een afbeelding. Informatie over het corrigeren van
perspectief in een afbeelding vindt u in Fotoperspectief corrigeren.
|
• |
Wanneer u een afbeelding roteert, wordt deze om een draaipunt
verplaatst. Meer informatie over het roteren van afbeeldingen vindt
u in Afbeeldingen roteren.
|
Wanneer u een afbeelding transformeert, worden de transformaties toegepast op de laag waarop de afbeelding zich bevindt. U kunt transformaties toepassen op elke laag of selectie.
Schaal- en transformatieopties instellen
U kunt veel van de vervormingsinstellingen nauwkeurig zelf bepalen. De volgende opties verschijnen op het palet Gereedschapsopties wanneer het selectiegereedschap actief is:
• |
Draaipunt X, Draaipunt Y — stelt de X- en Y-coördinaat van het
draaipunt in.
|
• |
Positie X, Positie Y — stelt de X- en Y-coördinaat van de hendel in de
linkerbovenhoek in.
|
• |
Schaal X (%), Schaal Y (%) — stelt het percentage in waarmee het
formaat in horizontale (X) en verticale (Y) richting wordt gewijzigd.
|
• |
Schuinte — stelt de verschuiving van een zijde in. Positieve waarden
zorgen voor een verschuiving naar rechts en negatieve waarden
zorgen voor een verschuiving naar links.
|
• |
Hoek — stelt de rotatie rond het draaipunt in. De afbeelding wordt
tussen 0 en 360 graden rechtsom gedraaid.
|
• |
Herstellen |
• |
Perspectief X, Perspectief Y — past het perspectief van de vervorming
aan.
|
De beste manier om perspectief te creëren en te veranderen, is het verslepen van de hendels. Wanneer u een perspectiefeffect met de hendels maakt, manipuleert u vele variabelen. Als u de waarden in de velden Perspectief X en Perspectief Y wijzigt, kan dit invloed hebben op de waarden van Schaal, Schuinte en Positie. |
Belangrijk! Het selectiegereedschap kan alleen worden toegepast op
grijswaardenafbeeldingen en afbeeldingen met 16 miljoen kleuren.
Meer informatie over het vergroten van de kleurdiepte van een
afbeelding vindt u in De kleurdiepte van een afbeelding uitbreiden.
Meer informatie over het vervormen van vectorobjecten of tekst vindt
u in Vectorobjecten van formaat of vorm veranderen en roteren of
Tekst schalen en transformeren.
| Een selectie, laag of afbeelding schalen of transformeren |
Werkvlak Bewerken
1 |
Kies een selectie, laag of afbeelding door op de naam ervan te
klikken op het palet Lagen.
|
2 |
Kies het selectiegereedschap |
Er verschijnt een grensvak met hendels. |
3 |
Voer een of meer taken uit de volgende tabel uit.
|
U moet standaard de toetsen Ctrl + Shift ingedrukt houden om
een afbeelding te vervormen. Als u een afbeelding wilt vervormen
zonder toetsen ingedrukt te houden, kiest u een andere instelling
voor Modus op het palet Gereedschapsopties. De modus Schaal is
de standaardinstelling, dus moet u een of meerdere toetsen
ingedrukt houden. In de modus Schuinte kunt u verschuinen
zonder de Shift-toets ingedrukt te houden. In de modus
Perspectief kunt u het perspectief wijzigen zonder de Ctrl-toets
ingedrukt te houden. In de modus Vrij kunt u vervormen zonder
de toetsen Ctrl + Shift ingedrukt te houden.
|
Wanneer het selectiegereedschap actief is, kunt u nauwkeurig
schalen en transformeren door waarden in te stellen in een van de
vakken op het palet Gereedschapsopties.
|